Terug naar Phone-Master Support / ISDN S-bus  of
naar home-page Phone-Master

Er zijn verschillende manieren op de s-bus op te zetten. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van wandcontactdozen als je op meerdere plaatsen een aansluiting wilt hebben en de kabels netjes wilt wegwerken. Je kunt dan eventueel ook de kabels zelf maken. Sneller en eenvoudiger is het gebruik van voorgefabriceerde bekabeling en splitsers. De verschillende mogelijkheden worden hieronder nader toegelicht.

  De s-bus met wandcontactdozen

Er zijn 2 verschillende wandcontactdozen. Je kunt kiezen uit een wandcontactdoos met en een wandcontactdoos zonder afsluitweerstand. Bij de meeste wandcontactdozen zijn de aansluitingen genummerd van 1 t/m 8, bij andere wandcontactdozen (type IAE) hebben de aansluitingen namen (a1, b1, a2 en b2). Eventueel kun je er voor kiezen om alleen wandcontactdozen zonder afsluitweerstand te nemen. In dat geval kun je naderhand altijd nog twee weerstanden van 100 ohm tussen de aansluitpunten in de wandcontactdoos schroeven of solderen. In dat geval moet je een weerstand tussen de middelste twee (4-5 ofwel a1-b1) en de twee daaromheen (3-6 owel a2-b2) plaatsen.

Bij een s-bus, aangesloten op het NT-1 kastje, mag alleen de laatste wandcontactdoos afsluitweerstanden hebben (de andere wandcontactdozen hebben dus geen afsluitweerstand). Afsluitweerstanden zijn in feite lichte kortsluitingen en moeten gebruikt worden omdat het signaal bij langere leidingen gaat reflecteren waardoor er storingen kunnen optreden. Populair gezegd: het ISDN-apparaat ontvangt zowel de 'goede' als de gereflecteerde bitjes en kan daar niet mee uit de voeten; bij het plaatsen van afsluitweerstanden 'doven' de reflecties. Bij kortere leidingen effect van deze storingen gering en kunnen de afsluitweerstanden eventueel achterwege blijven.

Je kunt gemakkelijk zelf de s-bus uitbreiden met extra wandcontactdozen door parallel aan de eerste wandcontactdoos meerdere wandcontactdozen aan te sluiten. De volgende tekening laat zien hoe wandcontactdozen worden aangesloten. De bovenste connector met de namen a2, a1, b1, b2 is de uitgang van een ISDN-centrale. Deze volgorde kan verschillen afhankelijk van het type centrale. Als de wandcontactdoos geen letters (1 t/m 8) maar namen heeft dan moet uitgang a2, a1, b1, b2 naar respectievelijk wandcontactdoos aansluiting a2, a1, b1, b2 (dus één op één, zonder kruisingen). Wil je een s-bus maken op de NT1 dan moet je er rekening mee houden dat de NT1 geen schroefcontacten heeft. In dat geval plaats je in de buurt van de NT1 een wandcontactdoos die je met een kabel op de NT1 aansluit. De andere wandcontactdozen verbind je parallel (weer één op één) met de eerste wandcontactdoos.

Wandcontactdoos-aansluiting

  Zelf maken s-bus en bedrading

Voor het zelf maken van de S-Bus en bedrading staan hieronder enkele belangrijke gegevens. Je kunt de verbindingskabels tussen een ISDN-toestel en een wandcontactdoos of de kabel tussen een ISDN-toestel en de NT1 kant-en-klaar kopen maar je kunt ze, met een geschikte tang, ook zelf maken. De kabels zijn 1 op 1. Dit betekent dat pinnen 1 t/m 8 van de eerste RJ45 rechtstreeks (zonder kruisingen) naar pinnen 1 t/m 8 van de tweede RJ45 gaan. Je moet wel de juiste draden samenpakken voor een correcte werking. De draden zijn per paar getwist.

UTP-bedrading 8-aderig:

UTP-bedrading met 8 aders is per 2 aders getwist. De manier waarop de aders getwist zijn is op de onderstaande tekening te zien. Met P1 t/m P4 worden de paren 1, 2, 3 en 4 bedoeld.

UTP aansluitdraden

Voor ISDN zijn alleen P2 en P3 van toepassing, de overige draden behoeven niet aangesloten/aanwezig te zijn.
Voor computer (Ether-)netwerken zijn worden gebruikelijk alle acht aders aangesloten.

Standaard kabel (norm88)

Je kunt in plaats van UTP ook standaard kabels gebruiken die getwist zijn volgens norm88. De kleuren zijn heel anders dan bij UTP. Hieronder staat de pennummers en de gebruikte kleuren.

Pen   Kleur  
3 Oranje
4 Blauw
5 Rood
6 Wit

Aansluiten van de connector

De UTP RJ45-connector biedt plaats voor 8 contacten. Bij ISDN hoef je alleen de pennen 3, 4, 5 en 6 aan te sluiten (paren 2 en 3). Op de volgende tekening zie je de aansluitingen van de connector.

UTP RJ45-connector

  De s-bus met splitsers

In plaats van de wandcontactdozen kun je ook een splitser gebruiken. Een splitser heeft aan de voorzijde een RJ45 ingang en aan de zijkant een aantal 'sockets' waar je meerdere RJ45 pluggen in kunt steken. Er zijn splitsers mét en splitsers zonder afsluitweerstand, let daar op bij de aanschaf. Voor het afsluiten gelden dezelfde regels als bij de gewone wandcontactdozen. De volgende tekening toont een splitser voor 1 naar 4 apparaten. De aansluitkabels worden verkocht voor in verschillende lengten (5, 10, 15, 20 en 25 meter).

In de splitser staan alle aansluitingen parallel, het is dus geen 'magisch' doosje. Het is wel een snelle en makkelijke manier om meerdere ISDN-apparaten aan te sluiten. De splitser is ook verkrijgbaar voor 1-2 (1 in en 2 uit) en 1-8 (1 in en 8 uit). Het is raadzaam om de RJ45 {in} te verbinden met de NT1 met behulp van een standaard kabel of een kabel zoals die bij veel ISDN-apparatuur wordt meegeleverd.
Voor de goede orde: een meervoudig verdeeldoosje mag alleen aan het eind van de s-bus geplaatst worden, met daarop aangesloten alleen korte kabels naar de toestellen. Het is nus NIET de bedoeling een verdeeldoosje bij de NT-1 te plaatsen en van daaraf lange aansluitdraden naar de diverse toestellen of wandcontactdozen.

Splitser 1 naar 4

  En dan het uittesten ....

Als u de ISDN apparatuur gaat aansluiten, sluit deze dan stuk voor stuk aan. Test of het apparaat correct werkt en haal de ISDN kabel weer los. Probeer daarna het volgende apparaat. Pas als alle apparaten op zich goed werken, dan sluit u ze tegelijk aan op de ISDN lijn. Test ook of twee apparaten tegelijk functioneren.
Een veel voorkomend probleem is een “Twist” in de ISDN bekabeling. U merkt dat doordat twee of meer apparaten op zich wel werken, echter niet als ze tegelijk worden gebruikt. Bijvoorbeeld u kunt prima telefoneren, alleen niet als de computer met Internet verbonden is. De kabels van deze twee apparaten zijn dan ten opzichte van elkaar “getwist”. Maak van één van de apparaten de bekabeling los, en sluit de aderparen in omgekeerde volgorde weer aan.
Een ander voorkomend probleem is dat het 'een tijdje' goed werkt en vervolgens uitvalt (alle of enkele toestellen). Vaak helpt resetten van de toestellen door het losnemen van de ISDN-kabel eventjes. Even later (of een paar dagen later) is het probleem er weer. Oorzaak: waarschijnlijk is de s-bus niet voorzien van afsluitweerstanden.

Een zeer eenvoudig te plaatsen afsluitweerstand is op onderstaande afbeelding te zien: een doorvoer-afsluitweerstand.
U behoeft de wandcontactdoos niet te openen en het kost geen aansluitplaats voor een toestel.
Eenvoudig uit de laatste wandcontactdoos een toestelkabeltje trekken, deze doorvoer-afsluitweerstand plaatsen en het uitgenomen snoertje in deze afsluitweerstand plaatsen. Klaar is Kees.

afsluit-doorvoerweerstand


Terug naar Phone-Master Support / ISDN S-bus  of
naar home-page Phone-Master